Illegalen in Gennep, eind 1944: deel 3

Het gehele verhaal kunt u ook nalezen op de special "Illegalen in Gennep, eind 1944".

November
De kruik gaat net zo lang te water tot ze breekt. Dit spreekwoord werd helaas van toepassing op de illegale kelderbewoners. Wekenlang vonden ze hun toevlucht in de voorraadkelder in de heuvelwand. De mannen hadden direct voor de ingang een dijkwand van zand opgeworpen zodat eventuele granaatscherven in de dijk smoorden. De hoge moutfabriek hield de koude noord- en oostenwind grotendeels tegen,; de massieve zanddijk voor de ingang deed de rest. Dik aangekleed was het in de kille novemberweken binnen goed uit te houden. Voor de in de buurt gelegerde militairen hoorden zij bij de burgers in de fabriekskelders. De verstandhouding met Duitsers was gemoedelijk. Er waren enkele soldaten bij uit de naburige Duitse grensstreek. Een van hen kwam wel eens kijken naar de jongste kelderbewoner, die nog in de kinderwagen lag.

Bezoek
Tijdens de laatste week van november kwam een hoge Duitse Oberst-Artzt met zijn gevolg in een Rode Kruiswagen de twee sanatoria in Gennep bezoeken. Hij sprak met de woordvoerders van de instellingen, nam de precaire situatie ter plaatse in ogenschouw en gaf aan, dat onmiddellijke evacuatie geboden was. Daarna reed hij naar de moutfabriek voor een afsluitend gesprek met de daar verblijvende doktoren Bauer, Daan en Muller. Geagiteerd door de in Gennep aangetroffen crisistoestand verliet hij de fabriekskelders.

Betrapt
Toen hij in de auto wilde stappen zag hij in het schemerdonker twee mannen lopen. Het was spertijd (avondklok 20.00 uur). Hij sommeerde zijn adjudant de mannen aan te houden en bij hem te brengen. Uit het volgend gesprek bleek dat de mannen tot de illegale bewoners uit de dijkkelder behoorden. De Oberst reageerde ziedend, ook nog illegalen! Hij blafte de Gennepse Ortskommandant in zijn gevolg toe te controleren of de illegale groep om 21.00 uur vertrokken was. Donker of niet donker, onmiddellijk Gennep uit! Hij verwachtte morgen een bericht, dat ze uit Gennep vertrokken waren.

  Op weg
De 21 illegalen (vier gezinnen, waaronder 3 kleine kinderen en 2 onderduikers) moeten hals over kop 's avonds om 21.00 uur weg uit hun kelder. Twee slaperige kinderen aan moeders hand, het derde kindje in de kinderwagen. De donkere koude nacht in. Waarheen? Gennep is afgesloten, dus de andere kant op richting Heijen. Naar Afferden? Te gevaarlijk zo dicht langs de Maas. In Heijen dus maar de Hommersumseweg op. Hoe ver dan in de nacht? Ze besluiten op de Kamp bij een boer te vragen daar de nacht te mogen doorbrengen. Koud en verkleumd krijgen ze bij boer L. die nacht onderdak. Ze mogen zich warmen, krijgen warme melk en moutkoffie. En de boerin maakt voor de allerkleinste een flesje aangelengde melk klaar.

Beraad
De boer en de mannen overleggen waar de groep morgen heen zal trekken. Na enig beraad wordt men het eens: niet via Hommersum Duitsland in, maar over de Belt naar Siebengewald. De mensen daar zijn nog niet geëvacueerd. Wellicht kunnen ze daar blijven. Zijn ze gelukkig nog in Nederland.
De volgende morgen krijgen de Gennepenaren gebakken aardappelen met spek van de boerin. Daarna gaat men op pad, de grote jongens de kinderwagen duwend. Zon en wolken wisselen elkaar af; het is god zij dank droog. Na een poosje lopen slaan ze af naar de Belt. Het is een verlaten zandweg, die wel eindeloos lijkt met hier en daar in de verte een boerenhoeve. De weg is bedoeld voor grote karwielen; de kleine kinderwagenwieltjes rijden telkens vast in het losse zand.

De Belt
De twee kleintjes klagen dat ze moe worden en mogen bij de mannen afwisselend op de schouders zitten. De drie tieners sleuren de kinderwagen mee. De moeder loopt ernaast om de zaak in de gaten te houden. Bij het huis op de Belt krijgen ze water en melk. En dan gaat de tocht verder. Eindelijk zien ze links in de verte de kerktoren van Siebengewald. Daar zullen ze proberen onderdak te krijgen. En dat lukt. De groep van 21 kan in de grote hooischuur van boer B. terecht en valt de dagen daarna uiteen op verschillende adressen in het dorp.

Legaal
Zo kwam de groep uit Gennep verjaagden eind november in het grensdorpje aan. Ze bleven daar tot begin januari 1945 en moesten toen met Siebengewald evacueren. Door Duitsland kwam men in Oost- en Noord-Nederland terecht. De laatsten vonden in het terpdorpje Hallum boven Leeuwarden hun eindbestemming. Daar werden de ‘zigeuners uit Limburg' gastvrij ontvangen. Ze leefden en werkten er bij de Friezen zonder oorlogsgeweld tot de capitulatie in mei 1945. In juli 1945 keerden zij in een uitgewoond, door Britse militairen bezet Gennep terug. Met een town-major als baas. Maar goddank weer legaal thuis.

Ansichtkaart van Siebengewald van voor WOII met nog de oude kerk, die op 24 februari 1945 door de geallieerden werd plat gebombardeerd.

Wiel van Dinter, 7 feb 2020

grensovergang Siebengewald

Illegalen in Gennep: Deel 2

Burgers in Gennep
Na 16 oktober 1944 was met medeweten van de Duitsers alleen de burgerbevolking behorend bij de twee sanatoria nog aanwezig in Gennep. De wachtposten op de in-/uitvalswegen (Niersbrug, Picardie en Spoorwegovergang) controleerden de passanten. Bij ‘Maria Oord' verbleven de burgers in de omliggende huizen en in het zusterklooster. ‘Zonlichtheide' kon weinig burgers herbergen. Die betrokken lege woningen aan de Heijenseweg en de twee kelders in de moutfabriek ‘Aurora'.

Heuvelkelder
De vier gezinnen, die besloten hadden het bevel tot evacuatie te negeren, hadden een goede schuilplaats op het oog. Links in de Moutstraat lag een half verscholen kelder. Deze was al vóór de oorlog door de eigenaar van de Moutfabriek Fr. Beckers in de heuvelhelling uitgegraven en gemetseld. Deze grote ruimte werd door de familie gebruikt als voorraadkelder met aardappelen, fruit e.d. Een ideale verblijfruimte in deze oorlogsomstandigheden. Met bossen stro en uit verlaten woningen ‘georganiseerd' beddengoed waren er slaapplaatsen te creëren. Voor de Duitse soldaten van de artilleriestelling verderop waren zij ook bewoners van de fabriekskelders.

Loopplan
Deze burgergezinnen, vanaf nu illegaal in Gennep aanwezig, hadden nog één probleem op te lossen. Hoe namen ze de etensvoorraad (varkens, geiten) mee naar de kelder? Ze moesten de wachtpost bij de spoorwegovergang vermijden. Ze besloten ‘s nachts met zijn allen inclusief het vee het spoor halverwege de Maasbrug over te steken en dan in de Moutstraat uit te komen. Het vee zouden ze daar weer terugzetten in de stallen achter de verlaten huizen van de Heijenseweg.

de spoorwegovergang met de wachtpost van de Duitsers.

De oversteek
In de nacht van 16 op 17 oktober ging de groep van 21 door de achteruitgang van het patersklooster de grote tuin in. Varkens en geiten uit de stal aan een touw, het kleinste kind in de kinderwagen. Op weg naar de ‘heuvelkelder'. Om de wachtpost bij de overweg te ontwijken liepen ze behoedzaam en fluisterend tussen de verlaten huizen van het Voorhoevepark door naar het Spoorwegje richting Maasbrug. De ijzige oostenwind maakte de tocht niet makkelijk maar dreef het geluid van het gemekker richting Maas. Een van de grotere jongens droeg het bokje in zijn armen. Ze kwamen bij de plek waar ze de spoorbaan moesten oversteken. Met het hele repertoire aan standaardvloeken en emotionele uitbarstingen slaagden de mannen er in varkens en geiten tegen het schuine talud en over de naar de Maasbrug oplopende spoorrails heen te krijgen. De schildwacht bij de overweg had blijkbaar de luwte van wachtpost nr.49 opgezocht; vandaar dus geen reactie daarvandaan. Aan de andere kant van de spoordijk strompelde de karavaan tussen de struiken door naar het eind van de Moutstraat en bereikte eindelijk de kelder in de zandheuvel.

Levensonderhoud
De hele volgende dag had men nodig om zich in de ruime kelder te installeren voor vier gezinnen en twee onderduikers. Eten kon bereid worden in de woning van moutmeester R. verder op de Heijenseweg. Daar werd ook het meegesleepte vee gestald.
De grotere tieners moesten daarna dagelijks tijdens vuurpauzes de risicovolle weg naar bakker Jan Bernards in de Hei gaan. De drie tienerjongens kenden het heuvelachtig gebied achter de Heijenseweg als hun speelterrein in betere tijden. Verder in de week maakten ze kennis net de Duitse soldaten, die er bij hun gecamoufleerde geschutstelling lagen. De jongste soldaat was een jongen van 16 jaar. Die werd er regelmatig op uitgestuurd om in het ontruimde Gennep konijnen en kippen te vangen die daar los rondliepen. Want een militaire veldkeuken was er in Gennep niet. De hier gelegerde soldaten moesten maar in hun eigen voedsel voorzien.

Pipercup
De Luftwaffe bestond in dit frontgebied niet meer. Britse vliegtuigen waren hier heer en meester in de lucht. Elke dag hield een Pipercup de Duitse troepenbewegingen in de gaten. Bij Duits kanonvuur gaf de piloot de coördinaten door, zodat de Britten gericht konden terugvuren. De burgers moesten het toestel goed in de gaten houden, want elke bewegende gestalte was voor de piloot een vijand. Burgers waren in dit gebied immers geëvacueerd. De Duitsers probeerden de vijanden te misleiden door hun geschut steeds te verplaatsen. Signaleerde de Pipercup rook uit een schoorsteen, dan kon men daar binnen een paar minuten granaten verwachten.

Onder vuur
De tieners van de groep illegalen zouden geen tieners zijn als ze het gevaar niet miskenden. Ze liepen op hun manier voorzichtig richting Maas en wezen elkaar op de delen van de spoorbrug die schuin omlaag in het water hingen. Ze keken opgewonden naar de rupsvoertuigen die aan de overkant door de weilanden reden. Plotseling ratelden boordwapens en floten er kogels over hun hoofden. Ze waren ontdekt en voor soldaten aangezien. Ze hadden wel in de grond willen wegkruipen. Dit was hun eerste kennismaking met de Tommies en hier ook de laatste! Ze kwamen niet verder meer dan de struiken op de Logterbergen.

Pipercup

Wiel van Dinter, 5 feb 2020

Illegalen in Gennep!

Wiel van Dinter vertelt het nog onbekende verhaal van de Gennepenaren, die na de evacutie van oktober 1944n illegaal in Gennep achter bleven.

Na Market Garden
Toen de Operatie Market Garden (17-25 sept. 1944) stagneerde en tenslotte mislukte, bleven de in Groesbeek gelande para-troepen in Mook en op de Plasmolense heuvels liggen. Vanaf Middelaar en Milsbeek zuidwaarts bleef de oostzijde van de Maas een door het Duitse leger beheerst gebied. Het topje van Limburg kwam sindsdien onder Brits artillerievuur te liggen. De Duitse legereenheden én de weerloze burgerbevolking moesten zich dag en nacht schuilhouden.

Uitkijkpost
De huisgezinnen in Gennep die een geschikte huiskelder hadden, zochten daarin overdag en vaak ook 's nachts bescherming. Ook werden in tuinen schuilkelders gebouwd. Vooral de omgeving van moutfabriek ‘Aurora', de kerktoren en de Logtermolen was extra gevaarlijk, omdat deze hoge gebouwen een geliefd doelwit waren van de Engelse kanonniers aan de overkant van de Maas. De Duitsers gebruikten die namelijk als uitkijkpost.

De moutfabriek, Aurora, rechts, met de goederentrein daarvoor. Links een goederenwagon van de MBS (tramlijn)

Jan Schaffers in de in aanbouw zijnde schuilkelder

Riek Roosenboom en Hein Achterberg staan bij de ingang van de schuilkelder

Schuilen
Zo hadden bijvoorbeeld bewoners vooraan op de Heijenseweg een gezamenlijke schuilkelder gegraven van 14 m lang, de wanden gestut met spoorbielzen, een dek met een 2 m dikke zandlaag en met aan weerskanten een afgedekte in/uitgang. Binnen in zitbanken voor groot en klein. Daarop zijn dag en nacht tientallen rozenhoedjes gebeden, wanneer de granaten kwamen aansuizen of de lucht gevuld was met honderden bommenwerpers. En het Duitse afweergeschut donderde om de vliegtuigen uit de lucht te schieten.

Hinder
Begin oktober kreeg de Duitse legerleiding er lucht van dat de geallieerden spoedig een nieuwe operatie zouden beginnen om dit keer via het Rijkswald naar Kleef, Rees en Wesel door te stoten en de Rijn over te steken. Het topje van N.-Limburg met zijn burgers zou dus strijdgebied worden! De burgerbevolking ging dan de Duitse troepen in de gevechtshandelingen belemmeren. De generale top besloot hierop een burgerloze zone van 15 km breed langs de Maas in te stellen. Vandaar het bevel tot onmiddellijke evacuatie.

Personeel?
De algemene stemming onder de bevolking is dan: zo lang mogelijk hier blijven, want de Tommie kan morgen binnentrekken. Maar in het weekend voor 15 oktober wordt Heijen gedwongen te vertrekken; velen trekken naar Gennep. De Heijenseweg moet ook ‘ruimen'. Velen daar worden voor de Duitsers plotseling zogenaamd ‘personeel' van het sanatorium ‘Zonlichtheide' (in de volksmond ‘de Nazorg'), dat niet weg hoeft. Een aantal van dit zogenaamd personeel vindt een veilige schuilplaats in een van de twee kelders beneden in de moutfabriek ‘Aurora'.

Vier gezinnen
Enkele gezinnen van o.a. de Heijenseweg verlaten hun woning en vinden onderdak op de Spoorstraat in het klooster van de Paters van de H. Geest. Zij bergen 5 varkens, 4 geiten en een bokje (hun etensvoorraad!) in de stallen, die in de tuin achter het klooster staan. Maar 15 oktober moeten de huizen aan de Maaskant van heel Gennep evacueren. Het merendeel verhuist daarop naar de oostkant. Maar er is geen ontkomen aan: 16 oktober moet heel Gennep -behalve de twee sanatoria met hun ‘aanhang'- ontruimen. Het viertal gezinnen van het klooster besluit alsnog in Gennep te blijven en de komst van de bevrijders hier af te wachten.

In de volgende twee bijdragen zullen we deze, vanaf dat moment illegale Gennepenaren, in hun belevenissen volgen.

11 mei 1945 keerden de Paters terug van hun evacuatie-adres, waarbij toen deze foto gemaakt is.

Zand erover

Zand erover is het devies bij Nillessen. De nieuwbouw aan de kant van de Zandstraat wordt verhoogd aangelegd, boven de in de grond zittende archeologische resten. Is wel lastig bouwen, maar scheelt een heleboel geld dat anders aan verplicht archeologisch onderzoek moet worden uitgegeven. En zo blijven de resten voor de toekomst behouden. Begrijpelijke keuze en zal vaker gebeuren in Nederland waar kosten van archeologisch onderzoek voor de eigenaar van de grond zijn. Een maatschappelijk belang wordt zo afgewenteld op de perceel-eigenaar. De nieuwbouw komt op palen, die binnenkort gezet worden (of als het schroefboorpalen zijn, gedraaid worden). Daarvoor zijn het perceel en de archeologische resten met zand afgedekt en zijn de plaatsen van de palen gemarkeerd. Aan de ooievaars (blijkbaar andere dan verleden jaar en afkomstig uit Beugen) gaat het allemaal voorbij.
De lob: ik ben niet slim genoeg?

Vanavond nog eens op de website van de projectgroep van de lob van Gennep gekeken bij de "oplossingsrichtingen". Mijn conclusie: mensen in de lob moeten heeeeel snel voor de optie van de verbindende dijken met de schuif kiezen, die ik hieronder heb staan, gekopiëerd van de genoemde website;

Daar staat namelijk dat de overstromingskans 1/3000 per jaar wordt (dus voordat de schuif open gaat). De kans is al uitermate klein dat het water daadwerkelijk zo hoog komt als bij die 1/3000 per jaar hoort, maar bij zoveel water staat half Limburg al onder water en dient dus al als waterberging ofwel als overloopgebied van de Maas (inclusief Gennep overigens), maar stroomt het water bovendien aan alle kanten over de dijk aan de Brabantse kant van de Maas. Daar is het beschermingsniveau namelijk 1/1000 per jaar. Daarmee komt een gigantisch bergingsgebied aan de Brabante kant beschikbaar en veel en veel groter dan de waterberging in de lob. Die lob gebruiken is dan helemaal niet meer nodig.

Misschien is dat scenario ook als meer normaal te beschouwen, want dat gebied ligt lager dan de lob en is meer de "natuurlijke bedding" van de Maas dan de lob.

En dan heeft de lob ook nog eens de burgemeester van Gennep achter de hand die het open zetten van de schuif kan verhinderen krachtens artikel 175 van de Gemeentewet (die prevaleert boven alle andere wetten zoals oa de Waterwet, behalve alleen de Grondwet).

Iedereen gelukkig zou je denken, maar misschien ben ik niet slim genoeg en mis ik iets.

Het zou ook prettig zijn om met waterhoeveelheden te werken en liefst waterstanden bv ter hoogte van de Maasbrug, dan met die kansen van 1/250, 1/300, 1/1000 of 1/3000 per jaar. Wat betekenen die nu voor de waterstanden?

Die schuif, dat is wel een dingetje. De projectgroep heeft de schadevergoedingsmogelijkheden laten onderzoeken. Rapport.

Daarin staat dat de rampenwet de beste mogelijkheden biedt voor schadevergoeding. Degenen die nà de in de rampenwet genoemde datum van 19 april 1996 (datum beleidsruimte voor de rivier) gebouwd hebben vallen daarbij volkomen buiten de boot.

Echter, in dat rapport wordt aangenomen dat het overstromingsrisico niet te verzekeren is. Dat is echter wèl degelijk het geval. Er zijn momenteel zelfs 2 maatschappijen, de Neerlandse en verder sinds kort ook nog Turien & Co. (de links zijn naar de polisvoorwaarden). Als gevolg zou helemaal niemand meer recht hebben op enige schadecompensatie vanwege de rampenwet omdat dit wordt uitgesloten (letterlijk in art 4.3: "3. Een gedupeerde heeft geen recht op een tegemoetkoming in de schade of de kosten, voor zover: a. de schade of de kosten redelijkerwijs verzekerbaar waren;" Die rampenwet moet dus eigenlijk dringend herzien worden in het licht van de recente ontwikkelingen in de verzekeringswereld, ofwel de wet moet in de praktijk anders of met clementie worden toegepast. Maar dat biedt weinig zekerheid. Verzekeren dan maar en de extra jaarlijkse kosten accepteren?

Er ontstaat dan een interessante situatie. Want de verzekeringen sluiten schade veroorzaakt door onder water zetten (zoals met die schuif) uit van hun dekking. Beide verzekeringen doen dat. Dat betekent vervolgens weer dat de bewoners die niet na 19 april 1996 gebouwd hebben weer wel recht kunnen krijgen op vergoeding uit het rampenfonds, maar dat degenen die na die datum gebouwd hebben ineens weer compleet buiten de boot vallen. Als conclusie kun je dan stellen dat alle inwoners die na 19 april 1996 gebouwd hebben moeten trachten die schuif te voorkomen, want ze kunnen beter gewoon overstromen (dan keert hun verzekering uit), terwijl de andere inwoners van de lob beter een schuif kunnen hebben (want voor hen keert de rampenwet uit). En er is natuurlijk sowieso een veel grotere veiligheid tegen overstroming.

Ik vind het zo langzamerhand wel komisch worden, maar (als gezegd) misschien begrijp ik er wel helemaaaaaaal niets van.

de lange

een bekende Gennepenaar niet in 1, maar zelfs in 2 afleveringen in het L1 programma "ongerwaeg" op 28 en 29 januari 2020.

Gemeente helpt rolstoelbus

Wat mij betreft het beste besluit in jaren van de gemeenteraad; een subsidie van € 10000,= en een renteloze lening van max. € 25000,= voor de aanschaf van een nieuwe rolstoelbus ter vervanging van de door brand verloren gegane oude bus. En ook nog eens met algemene stemmen. Chapeau dames en heren.

Iets anders is die vuurwerkmotie. Die snap ik niet eens precies. De gemeenteraad (SP, D66, PvdA voor, CDA en VVD tegen) roept het gemeentebestuur als volgt op: "• voor zowel knal- als ook siervuurwerk een algemeen vuurwerkverbod in te stellen voor de hele gemeente". Bedoelen ze nu het afsteken of het in bezit hebben van vuurwerk. Dat is denk ik toch een belangrijk verschil. Op zich is de actie tegen vuurwerk begrijpelijk gezien de overlast, de gewonden, de milieuvervuiling en ook als hulpmiddel voor het tegengaan van agressie tegen hulpverleners (makkelijker repercussie door politie mogelijk), maar alleen denk ik dat het niet te handhaven is.

En tenslotte is ook de profielschets van een nieuwe burgemeester aan de gouverneur overhandigd (die mèt zijn staf voor dit punt bij de vergadering aanwezig was. Toch een heel eind vanuit Maastricht).Met een komisch begin door de voorzitter van de commissie die abusievelijk begon over een kandidaat met "overgewicht". Maar het was duidelijk wat bedoeld werd. :-)

Dat gewicht, of beter een sterke rug zou voor NTDV weleens belangrijk kunnen zijn, want die burgemeester kan het eventueel openzetten van "de vermaledijde schuif" tegenhouden. Want wat bepaalt artikel 175 van de gemeentewet? (met dank aan Goof)

Hoofdstuk XI. De bevoegdheid van de burgemeester: Artikel 175

1.In geval van oproerige beweging, van andere ernstige wanordelijkheden of van rampen, dan wel van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, is de burgemeester bevoegd alle bevelen te geven die hij ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig acht. Daarbij kan van andere dan bij de Grondwet gestelde voorschriften worden afgeweken.

Dat betekent dus dat de burgemeester ALLE wetten, behalve de grondwet aan de kant kan schuiven en zou kunnen afdwingen dat de schuiven dicht moeten blijven om een ramp in de lob te voorkomen. Lijkt me een interessante discussie op te leveren. Een beetje de vraag is dan hoe het zit met de veiligheidsregio en wat de voorzitter daarvan dan doet?

Op L1 tenslotte een erg leuk interview met Tonny Wilbers. Goed gedaan Tonny! https://l1.nl/ongerwaeg-en-mamas-mendje-in-gennep-154816/?fbclid=IwAR1qU527hSmW8mQM9uUTt_4KVYSsjQczEV5hbQG5ksLHaPBlyKqyp0-Muxs

het boekje "Holocaust in Gennep"

Het boekje "Holocaust in Gennep" is hier te downloaden, om op uw computer of tablet na te lezen of ook om bv als lesmateriaal op school te gebruiken.

Onthulling Lichtmonument

 

een paar foto's van de onthulling en daarna

Receptie prins IVO van Bombakkes

Zoals altijd beet de harmonie het spits af op de receptie van Bombakkes, van prins Ivo, stadsprins van Gennep.

Eerst werd natuurlijk, zoals elk jaar een statiefoto gemaakt. Daarna kondigde Barend de harmonie aan. Namens de harmonie sprak voorzitter Mat het prinselijke paar toe, waarna de felicitatiemars volgde. De harmonie had ook een cadeautje: een trompet met maar liefst 4 ventielen en ook nog een mandje met noten.

Kienderoptocht 2020

Dinsdag 25 februari 2020 om 13.00 uur is het weer zo ver.

de Kienderoptocht van 2019

Zoals elk jaar is op carnavalsdinsdag de traditionele Kienderoptocht. Zoals altijd verzorgd door Jong Nederland, de Coloradokevers, ‘t Bombakkes en de Waggelaars. Dit jaar zal de 14e editie van de Kienderoptocht plaatsvinden met hopelijk mooi weer.

De jeugd heeft de toekomst en aan de inzet en de creativiteit van de deelnemers te zien komt die toekomst helemaal goed. Het is ieder jaar weer een mooi gezicht om de prachtig versierde wagens en mooie creaties door de straten van Gennep te zien trekken. Een beeld dat je niet mag missen! De optocht start om 13.00 vanaf het stadhuis op de markt, waarna hij vervolgt door de Zandstraat en dan linksaf slaat, de Middelweg/Steendalerstraat in. Dan helemaal tot aan de Pr. Marijkestraat. Dan weer linksaf de Pr. Marijkestraat door en daarna linksaf de Picardie in. De optocht eindigt op het plein bij Pica Mare.

Aansluitend vindt dit jaar in PicaMare de DolDwazeDinsdag plaats, een hele gezellige middag met spellen voor jong en oud! Tijdens de DolDwazeDinsdag zal ook de prijsuitreiking van Kienderoptocht plaatsvinden, nadat de jury een besluit heeft genomen!

Als je mee wilt doen, ga dan even naar de website van Jong Nederland Gennep: WWW.JNGENNEP.NL daar staat nog meer informatie en daar kun je jezelf ook inschrijven

Holocaust in Gennep

In de kenniskeuken, onder de bibliotheek, is momenteel weer de tentoonstelling over de Holocaust in Gennep te zien. Aan de hand van fotomateriaal en archiefmateriaal wordt het lot van de Gennepse Joden in 1940-1945 getoond.

De archiefstukken laten zien hoe de Joden eerst geregistreerd worden en vervolgens steeds verdergaande beperkende maatregelen kregen opgelegd, culmineren in de deportatie. En als ze de oorlog al overleefd hadden, dan was aan hun ellende vaak nog geen einde gekomen. Niet alleen werd geen speciale aandacht aan hun lot gegeven ("tenslotte had iedereen geleden"), maar moesten ze ook moeite doen om bezit terug te krijgen en werden ze zelfs in een enkel geval gevangen gezet.

De tentoonstelling is opgezet door de stichting Monarch in het kader van de plaatsing van het lichtmonument in Gennep. Ook in dat kader is door de stichting Monarch een handzaam 40 pag boekje, rijk geïllustreerd, gemaakt aan de hand van het boek "En toen waren ze weg" dat in 2018 is uitgegeven. Het boekje wordt mede gefinancierd door de gemeente Gennep.

Het Gennepse Lichtmonument is inmiddels ook in Gennep gearriveerd, ruim op tijd voor de onthulling as zondag. Het plan is om het lichtmonument, na de onthulling op het Ellen Hoffmannplein, op te stellen in de Martinustoren.

Als u dan toch in de Kenniskeuken bent, dan kunt u meteen de vitrines bekijken met de opgravingsvondsten bij de voormalige bakkerij Nillessen. De romein heeft inmiddels al een half jaar opgravingen verricht maar ook het nodige puzzelwerk verricht om de potten van de vroegere Gennepse pottenbakker Essing zo goed mogelijk te reconstrueren met de door hem gevonden scherven.

Plundering door geallieerden

Bezet, bevrijd, geplunderd: Dat schrijven historisch onderzoekers Paul Klinkenberg, Paul Thissen en Paul van der Heijden in hun boek met dezelfde titel. Het boek verscheen vrijdag tegelijk met de opening van de gelijknamige expositie in het Vrijheidsmuseum in Groesbeek. „Plundering door de geallieerden was heel lang taboe in de herdenkingscultuur. Nu, driekwart eeuw later, is het tijd om deze schaduwkant van de bevrijding te belichten”, aldus de auteurs. „Na de oorlog overheerste het gevoel van: vreselijk wat er is gebeurd, maar nu bouwen we ons bestaan weer op. De bevrijders waren helden. Zand erover.”

De site Nijmegen nieuws schrijft op 11 jan 2020 over de expositie in het Vrijheidsmuseum:

Expositie ‘Bezet, bevrijd & geplunderd' in Vrijheidsmuseum: Geallieerde plunderingen in de regio Nijmegen, 1944-1945

Al zolang oorlogen bestaan, wordt er geplunderd. Het zal daarom niemand verbazen dat ook geallieerde soldaten tijdens de Tweede Wereldoorlog zich aan plundering schuldig maakten. Maar waarom deden ze dat op het grondgebied van een bevriende natie? Onderzoek naar wat zich afspeelde in de regio Nijmegen, leidt tot een confronterende conclusie: met name in de geëvacueerde gebieden van de gemeenten Ubbergen, Millingen, Groesbeek, Mook en Middelaar, Ottersum en Gennep blijken vrijwel alle gebouwen leeggehaald. Geallieerde troepen – Amerikanen, Britten en Canadezen – roofden niet alleen uit woonhuizen, maar ook uit fabrieken, hotels, banken, kloosters en kerken.

Wat bezielde deze militairen? En waarom werd er nauwelijks tegen hen opgetreden? Bezet, bevrijd & geplunderd toont de bijzondere situatie in de regio Nijmegen, een militaire zone waar het oorlogsfront maandenlang dwars doorheen liep en waar vele tienduizenden militairen samengepakt leefden onder barre omstandigheden. Sommige militairen stalen goederen uit noodzaak, anderen uit zelfverrijking of simpelweg als ontlading. Na de oorlog kreeg plundering weinig aandacht, want dat paste niet in ons beeld van heroïsche bevrijders. Nu, driekwart eeuw later, is het tijd om deze schaduwkant van de bevrijding eindelijk te belichten. De expositie is gebaseerd op de gelijknamige publicatie die verscheen op 16 januari 2020.

Waar de duitse militairen in het algemeen zeer gedisciplineerd waren, lijkt dit bij de gealleerden een stuk minder het geval, zoals ook blijkt uit onderstaande brief die burgemeester van Banning van Gennep al op 21 februari 1945 schrijft aan het ministerie van Oorlogsvoering in Londen. We hebben de brief (via de Romein) omdat deze recent bij het opruimen gevonden is op zolder van oma van As. Zij was na de oorlog secretaresse van burgemeester van Banning.

Ook uit andere bronnen is bekend dat er niet alleen volop werd geplunderd maar dat zelfs de nodige huizen in Gennep door brand verloren zijn gegaan door toedoen van in Gennep bivakkerende geallieerde soldaten. Misschien dachten ze dat ze aan deze zijde van de Maas al in Duitsland waren (?).

NOS artikel: vrijdag 17 jan 2020: de zwarte kant van de bevrijding

Reformatorisch dagblad: 14 jan 2020: geallieerde bevrijders trokken spoor van plundering

Nijmegen Nieuws: expositie Vrijheidsmuseum